Meloidogyne hapla (en Meloidogyne chitwoodi in mindere mate) kan parasitair in het wortelweefsel van luzerne voorkomen. Hierdoor ontstaan kleine ovale gallen en overmatige vertakkingen van de wortels. De gallen lijken misschien op stikstofbindende nodulen, maar gezonde nodulen zijn in de meeste gevallen roze van kleur.
Een zware infectie met wortelknobbelaaltjes kan leiden tot een achterblijvende ontwikkeling van de plant. Bovendien zijn geïnfecteerde planten vatbaarder voor infectieziekten.
Aangezien de nematoden al in het zaad aanwezig kunnen zijn, is het van belang om schoon zaad, vrij van nematoden, te gebruiken. De beste manier om wortelknobbelaaltjes te voorkomen is door gebruik te maken van resistente rassen. Zeer resistente rassen vertonen bijna helemaal geen gevoeligheid. Indien bekend is dat wortelknobbelaaltjes in het perceel aanwezig zijn, wordt aangeraden om bij gewaswisseling voor granen te kiezen. Omdat veel onkruidsoorten ook als gastheer van Meloidogyne hapla kunnen dienen, is onkruidbestrijding ook een belangrijk aspect.