Inzichten na steeds meer ervaring met luzerne

Met het groeiend areaal luzerne teelt komt er ook steeds meer praktijkervaring binnen. We hebben voor jou de belangrijkste leerpunten op een rij gezet. Deze kunnen het verschil maken tussen een matige of een succesvolle teelt en oogst.

De leerpunten op een rij

  • Zorg voor een goede basis (bodem). Dat geldt altijd maar zeker bij de teelt van vlinderbloemigen. De juiste pH en beschikbaarheid van calcium zijn onder andere belangrijk. Teel op grond met een lage onkruiddruk omdat de mogelijkheden voor bestrijding beperkt zijn en onkruid snel verspreidt.

 

  • Zaai op het goede moment. Dat betekent onder andere in het najaar niet na 15 september. De beste periode is de tweede helft van augustus, ook in verband met onkruiddruk. Dat gaat goed in een vruchtwisseling met graan of na mais bij voorjaarsinzaai en groenbemester met graan. Gras als voorvrucht wordt afgeraden en is vanuit de eco-regeling niet mogelijk. Dat houdt verband met mineralisatie na het scheuren waardoor de luzerne minder stikstof vastlegt.

 

  • Voorkom rijschade. Het gewas is in tegenstelling tot gras gevoelig voor schade als gevolg van trekkersporen. Dat geeft uitval van planten waardoor open plekken ontstaan met alle nadelen van dien. Het gewas herstelt niet en doorzaaien is niet mogelijk. In de praktijk wordt op kopakkers om schade te beperken vaak gras of een gras-luzernemengsel ingezaaid. Ook kan om die reden een gift van kunstmest beter passen dan drijfmest. In de zomer en/of het najaar is zonder gebruik van drijfmest wel een kalimeststof noodzakelijk.

 

  • Bepaal het juiste moment van vernieuwing. Het gewas gaat gemiddeld drie jaar mee maar er zijn voorbeelden van twee jaar maar ook van vijf jaar. Een richtlijn is minimaal 175 planten per vierkante meter in het tweede jaar. Bij minder dan 430 stammen per vierkante meter is vernieuwing aan te bevelen.

 

  • Kijk naar de noodzaak van een dekvrucht. Meestal is dat niet nodig. Een voordeel is een wat snellere bedekking, minder onkruiddruk en wat hogere opbrengst van de eerste snede. Het geeft wel het risico dat het ten koste gaat van de luzerne-opbrengst. Op percelen met een hoge onkruiddruk kan het een optie zijn. Het heeft dan de voorkeur om bij 25 kilo luzerne 5 kilo van een eenjarige klavermix (Protafix) te mengen.

 

  • Conservering van luzerne na de oogst is een aandachtspunt. Het eiwitrijke product moet goed worden gehakseld en tijdens het inkuilen verdicht. Het gebruik van een conserveringsmiddel is eigenlijk een must. Bedrijven die de luzerne tussen graslagen inkuilden, zagen vorig jaar gemiddeld goede resultaten.

 

  • Maak gebruik van de voordelen in het rantsoen. Dat zijn onder andere de hoge gehalten aan eiwit en structuur. Luzerne past het beste in rantsoenen met een hoog aandeel snijmais. De stof betacaroteen staat bekend om de positieve werking op de vruchtbaarheid.
terug